|
De Haflinger
Zijn veerkracht en zijn aantrekkelijke uiterlijk maken de Haflinger zeer geliefd over de hele wereld. Het Bergland van Zuid-Tirol moet van oudsher gezien worden als de bakermat van de Haflinger. In deze, van de buitenwereld afgesloten gebieden, met weideplateau's van 1500 tot 2000 m. hoogte kon zich een sterk tussenmaats paaardenras stand houden. Dit ras was voor die gebieden uitermate geschikt als gebruikspaard zowel als rijpaard.
Het in dit Zuid-Tiroler berggebied liggende Sarndal is vermoedelijk de uiteindelijke plaats van herkomst van de Haflinger, die aan de gemeente Hafling zijn naam te danken heeft. Het klimaat in deze gebieden is beslist niet mild te noemen, reden waarom de Haflinger door de eeuwen heen een grote weerstand bezit tegen klimaatinvloeden en vooral tegen klimaatwisselingen.
Thurner uit Oostenrijk heeft getracht de herkomst van de eerste dieren na te gaan. Dit is hem helaas niet gelukt. Wél staat vast, dat de bewoners van het dal van de Sarn afstammen van de Oost Gothen. De Oost Gothe trokken zich na de slag bij de Vesuvius in de Oostenrijkse dalen terug. Zij voerden kleine Oosterse paarden met zich mee en hieruit is, gekruist met landrassen, de Haflinger tot stand gekomen. Dat blijkt o.m. uit het feit, dat de Haflinger van heden nog veel kenmerken van de Arabier in zich draagt, zoals het temperament en de vorm van het hoofd en de ogen.
Na de eerste mondelinge overleveringen komen in 1868 de eerste schriftelijke mededelingen in de vorm van de vermelding van de hengst El' Bedavi XXII. Beschrijving van deze hengst; schofthoogte 1.66 cm. en goudbruin van kleur met aalstreep. Van deze El' Bedavi XXII wordt tevens vermeld, dat hij gefokt werd door El' Bedavi I, uit Hongarije stammend en uit een Arabische merrie. Deze 5-jarige El' Bedavi XXII, gekruist met een "veredelte Landstute" levert in het jaar 1873 een hengstveulen Folie, waarmee men verder fokt en waarop de gehele huidige Haflingerfokkerij is gegrondvest.
Van de voor de kruisingen gebruikte merries werden aanvankelijke dieren van verschillende typen beschreven. Het woord "originale Haflingerstute" moest in die tijd, niet te nauw genomen worden daar b.v. allerlei kleurslagen werden toegelaten. Pas na het aanleggen van een merriestamboek zijn de juiste basisgegevens bekend geworden. Het bleek, dat de voskleur van het veulen Folie, in combinatie met de bijna witte manen en staart voor bijna 99% erfelijk was.
Verder gaande met de hengst Folie, blijken hiervan drie zonen af te stammen, waarmee men in twee lijnen verder fokt. Het zijn:
* De hengst 14 Folie I geboren 1887, vos met aalstreep, breed, diep, iets gerekt, droge benen en sterk geprononceerde spiergroepen.
* De hengst 233 Hafling geboren 1897 innemend, mooier dan de hengst 14 Folie I, elegant Oosters type vos met klein uitdrukkingsvol hoofd, lange mooie hals, korte rug, wat lang kruis, droge benen, ruime gangen en sterke hoeven.
Na enige generaties ziet men onder de nakomelingen al beroemde namen als Student en Massimo op de voorgrond treden. Over de afstamming van de moeder van Folie, de "Tiroler Landesstute" is uiteraard niets bekend. Zoveel te meer echter over de vader El' Bedavi XXII, die werd geboren op de Keizerlijke Stoeterij te Radauz. Zijn vader, dus de grootvader van Folie, was eveneens genaamd El' Bedavi XXII.
Diens vader was El' Bedavi I, geboren op de Arabieren-Stoeterij te Babolna (Hongarije) en deze was verwekt door El' Bedavi 2, een Oosterse volbloedhengst, die tenslotte wederom tot vader had El' Bedavi, een originele Arabische hengst. Beginnende nu met deze laatste als eerste, krijgen we dan de volgende lijn:
* El' Bedavi : originele Arabische hengst, geboren 1817
* El' Bedavi 2 : Oosterse volbloedhengst, geboren 1830
* El' Bedavi I : geboren 1837
* El' Bedavi XXII: geboren 1852
* El' Bedavi XXII: geboren 1868
* 249 Folie : geboren 1874
Wij merken hierbij op, dat een "Oosterse volbloedhengst", zoals vermeld bij El' Bedavi 2, een volbloed Arabier is, doch niet gefokt in het land van origine. Het verschil met zijn vader El' Bedavi, die als "originele Arabische hengst" te boek staat is dus, dat deze wel in het land van origine, Arabië, is gefokt.
De hengst 249 Folie, heeft een groot aantal zonen en dochters verwekt en uit deze afstammelingen zijn het twee van zijn zonen nl. 252/233 Hafling, geb. 1897 en 14 Folie, geb. 1887, waardoor via kleinzonen en achterkleinzonen zeven hengstenstammen (hengstenbloedlijnen) zijn ontstaan. De hieronder afgebeelde stamtafel geeft daarvan een overzicht.
De stamvaders van de 7 bloedlijnen waarop nu de Haflinger fokkerij is gebaseerd, zijn in met hoofdletters. De aandacht dient hier gevestigd te worden op de eerste letter van de namen van de stamvaders, dus de letters W, A, N, M, St, S en B.
Alle mannelijke afstammelingen die op een van deze stamvaders teruggaan ontvingen, op een enkele uitzondering na, en ontvangen ook nu een naam waarvan de beginletter gelijk is aan de eerste letter van de naam van hun stamvader. Uit de naam kan dus direct afgeleid worden tot welke bloedlijn de betreffende hengst behoort en in het stamland van de Haflinger spreekt men dan ook van de A-lijn, de B-lijn, de M-lijn enz. Tot deze 7 bloedlijnen behoren alle Haflingerhengsten en -merries.
Sedert 1961 bestaat ook in Nederland een op zeer hoog peil staande en een uitgebreide fokkerij van dit sympathieke en zeer veelzijdige paard. Er werden in die tijd circa 750 van de beste merries en 10 hengsten uit het stamland Tirol ingevoerd. Hiermede is een zuivere Nederlandse Haflingerfokkerij opgebouwd, met als basis uitsluitend geregistreerd en volwaardig stamboekmateriaal.
Om verder meer speciaal in de richting van het rijtype te fokken was sinds enige jaren de mogelijkheid geopend een Haflingermerrie te laten dekken door een Arabische hengst. De fokproducten hieruit werden in een speciaal daarvoor ingesteld "Haflo-Arabe"-register ingeschreven. Deze mogelijkheid was voor het eerst in ons land vanaf 1963 opengesteld en heeft enige goede resultaten opgeleverd.
Dit wil echter niet zeggen dat deze kruising zonder meer moet werden aanbevolen. Er zijn maar een klein aantal Haflo-Arabe's en ervaring met verkregen fokproducten door of uit een Haflo-Arabe is er nog slechts in zeer beperkte mate. Meer aan te bevelen is echter het terugkruisen van een Haflo-Arabe hengst met een Haflingermerrie of omgekeerd. Men krijgt dan weer een produkt dat voor 75% Haflinger is en dat met alle goede kwaliteiten van zijn ras dan waarschijnlijk wat meer Arabische kenmerken heeft.
Door de stamboekvereniging worden provinciale premiekeuringen georganiseerd, als ook een tweejaarlijkse Nationale Tentoonstelling, waarbij, naast het exterieur, fokpresties en afstamming worden beoordeeld waaraan door vele fokkers van Haflingers met hun beste Haflingers wordt deelgenomen.
Voor de dekdienst mogen alleen goedgekeurde hengsten gebruikt worden. Daartoe houden de stamboekverenigingen hun, door het Ministerie van Landbouw en Visserij voorgeschreven, verplichte hengstenkeuringen, waar de daarvoor in aanmerking komende hengsten, alvorens tot de dekdienst te worden toegelaten, aan een keuring worden onderworpen.
Veulenboekpaarden kunnen, wanneer zij aan alle eisen van het ras voldoen op 3-jarige leeftijd opgenomen worden in het keurstamboek en krijgen dan een brandmerk in de vorm van een Edelweiss-bloem met daarin de letter H op de linkerdij.
Opvallend is, dat de Haflingerfokkerij, in tegenstelling tot bij vele andere rassen, in deze tijd niet afnemend maar, zoals reeds vermeld, juist toenemend is. Dit is een gevolg van de prestaties en karaktereigenschappen van de Haflinger.
En verder...